Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Naaman nu, de krijgsoverste van den koning van Syrie, was een [1]groot man voor het aangezicht zijns [2]heren, [3]en van hoog aanzien; want door hem had de HEERE den Syriers [4]verlossing gegeven; zo was deze man een strijdbaar held, [doch] melaats. 1. Dat is, van groot vermogen, uit oorzaak van zijn goede deugden en grote daden. Vergelijk Ex.11:3. 2. Namelijk, van den koning van Syrie. Alzo onder, vs.4,18. 3. Hebreeuws, verheven van aangezicht; dat is, zeer groot geacht en gezien bij allen. Anders, aangenaam; naar een manier van spreken, van welke zie Gen.32:30. 4. Te weten, in krijgsnoden en algemene gevaren des lands, door zijn wijzen raad en mannelijke daden.